10-07-2025
Een wandeling met Marcello door Dirkzwager
Over hoe geschiedenis, groen en ontmoeting samenkomen
Als we Marcello, landschapper bij De Urbanisten ontmoeten bij de rand van Dirkzwager, voelt het meteen goed. Hij kent het terrein op zijn duimpje, niet alleen omdat hij er al jaren aan werkt. “Ik woon ook in Schiedam en wandel hier vaak. Het gebied boeit me enorm: die mix van stoere industrie, oude distilleerderijen, monumenten en dan die leegte ertussen, vol belofte. Er ligt hier zó veel historie en toch is er ruimte om een nieuw verhaal te schrijven.”
Terwijl we richting fase 3 lopen, vertelt Marcello hoe hij samen met zijn team van De Urbanisten al vanaf de eerste plannen bij het project betrokken is. “Inmiddels werk ik vier jaar aan Dirkzwager. Wat het bijzonder maakt, is dat het niet voelt als een ontwikkellocatie. Hier bouw je letterlijk verder op de ziel van de stad.”
Verweven met de stad
Via ’t Groenweegje komen we bij de hoek van de Palmboomstraat. Verderop zien we molen De Palmboom. Die doorkijkjes zijn typerend voor de opzet van Dirkzwager, legt Marcello uit. “In fase 3 beleef je het water om je heen én op veel plekken zie je groen, groen dat verleidt om verder te wandelen en de pleinen en fijne plekken van Dirkzwager te ontdekken.”
“Fase 3 is de plek waar alles samenkomt,” vervolgt Marcello enthousiast. “De oude structuren worden versterkt, maar we voegen er iets nieuws aan toe. De straten blijven herkenbaar, ze worden de dragers van het gebied. En daarbinnen ontstaan allerlei plekken waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten, waar kinderen kunnen spelen, waar ruimte is voor groen en rust.”
De Palmboomstraat krijgt op de hoek met de Noordvest extra beplanting, die de verbinding maakt met het nieuwe groen tussende kade en de molen. Via de Noordvest wandelen we verder. Marcello wijst naar links. Daar komen straks de kadewoningen met een terras aan het water. “Omdat we bewoners ook een fijne plek in de zon mét voldoende privacy willen bieden, maken we voortuinen met groene hagen.”
Florynplein: het plein dat alles verbindt
Bij het historische witte Florynpand op de hoek slaan we rechtsaf het Groenweegje op en passeren de plek waar straks het Distillers Hotel komt. Dan staan we waar het Florynplein komt. Hier spreekt Marcello bijna poëtisch. “Dit plein wordt de huiskamer van de wijk. Een zachtere, groenere plek in een stoere stedelijke context. Hier komen bomen met een hoge belevingswaarde, zoals de papier esdoorn, met zijn papierachtige bast en een grote witte bitternoot (carya ovata), die al van ver zichtbaar is.”
Het plein ligt net wat hoger dan de omliggende straten, wat zorgt voor een besloten gevoel zonder dat het afgesloten is. Aan de westkant van het plein komen de herenhuizen met hun voordeuren direct uit op het plein. Aan de oostkant komt het distilleerderijhotel met zonnig terras. “Je kunt hier straks op de vlonders, in het gras of op het terras van het hotel zitten. Voor kinderen maken we natuurlijke spelaanleidingen. Ik zie helemaal voor me hoe ouders bijpraten of een boek lezen en kinderen lekker aanrommelen met elkaar. Echt een plein dat buurtbewoners en voorbijgangers uitnodigt om van het zonnetje en elkaar te genieten.”
Marcello wijst naar de plek waar straks het plein komt. “We gebruiken vlonders, boomstammen en stapstenen, elementen die kinderen kunnen gebruiken om te spelen, maar die ook schuilplekken zijn voor insecten en vogels. Het Florynplein wordt levendig en natuurlijk tegelijk.”
“De vlonders en de bomen vormen zich als twee handen om het plein en zorgen voor een geborgen gevoel.”
Slimme afwatering
Regenwater stroomt naar het Florynplein en wordt daar eerst afgevoerd naar het centrum van de wadi. Hier kan het langzaam in de bodem infiltreren. Bij hevige regenval vangt de wadi tijdelijk het overtollige water op. Pas als de wadi vol raakt, stroomt het water door naar een tweede waterberging die is aangesloten op de hemelwater. Zo krijgt regenwater altijd eerst de kans om lokaal terug te keren in de bodem. “Water is leven! Dat mag je ook zíén in de stad,” zegt Marcello mooi.
De dektuin
De wandeling over ’t Groenweegje gaat verder. De dektuin, die het dak van de stallingsgarage vormt, is er nog niet, maar als Marcello begint te vertellen, zien we het al voor ons. “Daarboven komt een wereld die je van beneden niet ziet: een tuin waar bewoners van de herenhuizen elkaar kunnen ontmoeten en toch hun eigen plek hebben. Een tuin ‘bovenop’ de stad, met een fantastisch uitzicht op de molen, Monument De Tweeling en de Drilschuur.”
“We kunnen hier geen bomen kwijt, omdat het dak dat gewicht niet aankan, maar er is wel volop ruimte voor een diversiteit aan planten, gras en bloeiende struiken. Van Wijnen gaat de kopers een palet aanbieden van struiken en gewassen waaruit gekozen kan worden. Goede kans dat iedereen iets anders kiest, waardoor de biodiversiteit toeneemt.”
Alle bewoners krijgen een eigen terras bij de tuin, ruim genoeg en afgeschermd, zodat er voldoende privacy is. Na het terras volgt een groenzone, die ook deel is van de privétuin, waarin we op constructief verantwoorde plekken hoogteverschillen maken. Hier kunnen struiken groeien, waardoor er op natuurlijke wijze nog meer privacy ontstaat. Het groen vormt een zachte buffer tussen wat van jou is en wat van jullie samen is. In het midden komt een collectieve zone. “Een plek voor een barbecue op een zomeravond, een spontaan gesprek tussen buren”, zegt Marcello enthousiast.
“Het groen vormt een zachte buffer tussen wat van jou is en wat van jullie samen is.”
Geen trucje, maar maatwerk
Aan het einde van de wandeling vertelt Marcello dat Dirkzwager voor De Urbanisten geen standaardproject is. “Wat we doen, is altijd afgestemd op de plek. Hier begint alles bij de structuur van de stad, de bodem, het water en de mensen. Dan ga je puzzelen: hoe zorg je dat alles klopt — boven én onder de grond?” Met een grote glimlach: “Het gaat uiteindelijk om de vraag: wil je hier zijn? Kun je je hier thuisvoelen, spelen, iets ontdekken? Als dat lukt, dan weet je dat je iets goeds hebt neergezet.”
“We maken geen anonieme wijk, maar een levendig stukje stad, met karakter.”
